Het onderwijs bij Zuyd Hogeschool heeft gedurende de coronapandemie een geheel ander karakter. In plaats van fysieke bijeenkomsten op locatie was het onderwijs voornamelijk online. Deze volstrekt andere manier van onderwijs geven en volgen levert nieuwe inzichten op die het waard zijn om vast te leggen en verder te onderzoeken. Om die reden is in april 2020 gestart met de voorbereiding van een onderzoek naar wat studenten en docenten als waardevol ervaren in hun online onderwijs en wat zij daarvan zouden willen behouden in hun onderwijs na de coronapandemie. Vanaf juni is de dataverzameling gestart met een brainstormfase van ideeën (in de vorm van statements) waarvoor alle studenten en docenten van Zuyd Hogeschool werden uitgenodigd. Dat leverde een totaal van 547 statements op. Na een check op relevantie en dubbelingen resteerde een set van 84 statements. Na de zomervakantie tot medio november 2020 zijn deze 84 statements nader onderzocht wederom door alle docenten en studenten uit te nodigen, aangevuld met een uitnodiging aan een groep medewerkers die onderwijskundige rollen en taken vervullen binnen Zuyd Hogeschool. Op basis van de analyses met de 84 statements zijn zeven inhoudelijke thema’s geïdentificeerd, te weten 1 Didactiek, 2 Gebruik Technologie, 3 Planning en roostering, 4 Betrokkenheid, 5 Efficiëntie, 6 Interactie en 7 Randvoorwaarden. Al deze thema’s worden door de ondervraagde studenten en docenten belangrijk geacht en realiseerbaar gevonden. Binnen de clustering van de 84 statements in zeven thema’s is vervolgens nagegaan wat meer dan gemiddeld prioriteit verdient. Dat leidde per thema tot één of meerdere prioriteiten die in de vorm van adviezen in het afsluitende hoofdstuk zijn opgenomen. Daarmee geeft het onderzoek richting aan wat voor de verdere doorontwikkeling van het online onderwijs door studenten en docenten relevant wordt gevonden. Daarbij gaat het altijd om online onderwijs als onderdeel van een opleiding in combinatie met face-to-face onderwijs op locatie. Tot slot maakt het onderzoek helder dat online onderwijs een vraagstuk is dat verschillende aspecten omvat. Het gaat niet alleen om onderwijskundige aspecten, het raakt ook aan de technologie, randvoorwaarden en planning en roostering. Voor de verdere ontwikkeling van het online onderwijs is van belang dat de samenhang tussen deze verschillende aspecten in de werkwijze (van ondersteuners) binnen Zuyd nadrukkelijk op de agenda blijft staan.
DOCUMENT
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 1432 jongeren uit het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs in Leeuwarden. Het biedt een cijfermatig inzicht in online problemen: welke problemen komen voor en in welke mate? Met de via de tool ( Online Tool Internetveiligheid 2.0.) verkregen data zijn zowel analyses op gemeentelijk niveau als op schoolniveau gemaakt. In het verlengde hiervan kunnen preventiestrategieën op maat worden ontwikkeld. Uiteindelijk doel is het veiliger maken van het internet voor jongeren. Dit onderzoeksproject is uitgevoerd vanuit de cross-over Digital Citizenship: dit is een samenwerkingsverband tussen de onderzoeksgroep Cybersafety en het lectoraat Organisations & Social Media, beide van NHL-Stenden Hogeschool. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de afdeling openbare orde en veiligheid (OOV) van de gemeente Leeuwarden.
DOCUMENT
De vraag die we in dit artikel adresseren is: in hoeverre hebben de verschillen tussen hbo en wo invloed op didactische vraagstukken en aanpakken bij het ontwerp van vormen van open en online onderwijs? Om daar meer inzicht in te krijgen schetsen we in dit artikel een hbo- en een wo-casus. In deze casussen worden didactische vraagstukken benoemd en de wijze waarop ze zijn aangepakt. Op basis van deze casussen trekken we een aantal conclusies ten aanzien van de vraagstelling.
LINK
Bij de Hogeschool van Amsterdam is een nieuwe aanpak ontwikkeld voor studenten pedagogiek in de afstudeerfase. De basis wordt gevormd door wekelijkse online meetings met relatief kleine groepen in een online leer-ontmoetingsruimte (afstudeercafé). De chat is 24/7 beschikbaar waardoor laagdrempelig contact met medestudenten en docenten mogelijk is. Studenten krijgen verschillende keuzemogelijkheden, waardoor zoveel mogelijk maatwerk wordt geleverd om een zo optimaal mogelijke mix te kunnen realiseren per student van online en aanvullend fysieke bijeenkomsten. De vragen die centraal staan zijn: is het online mogelijk om betrokkenheid te creëren? Wat hebben docenten nodig om in een online leer-ontmoetingsruimte hun studenten te begeleiden? Uit de resultaten blijkt dat betrokkenheid online goed gerealiseerd kan worden. Studenten helpen en ondersteunen elkaar en delen kennis en ervaringen via een laagdrempelige chat. De tijd- en plaatsonafhankelijke begeleiding wordt als flexibel, inclusief en efficiënt ervaren. Docenten hebben een open, verbindende en actieve houding nodig in een rol als online coach. Door een deel van de docenten wordt deze rol als lastig ervaren. Studenten geven aan dat het combineren van de studie met persoonlijke omstandigheden, zoals een baan, gezin, ziekte, psychische problematiek, functiebeperking of mantelzorg, door de flexibele vorm beter mogelijk is. De werkwijze kan een aanvulling vormen op bestaande manieren om studenten toegankelijk en inclusief onderwijs te bieden.
MULTIFILE
Dit document biedt een overzicht van bestaande hulpbronnen, cursussen en onderzoeksprojecten op het gebied van online/ blended onderwijs. Binnen de Hanzehogeschool zijn gedurende de corona pandemie een aantal mooie initiatieven tot stand gekomen, die inspiratie en ondersteuning kunnen bieden in de opkomende transitie naar blended onderwijs. Ook buiten de Hanzehogeschool wordt er op dit vlak veel onderzoek gedaan en kennis gedeeld. In dit overzicht zijn daarom zowel interne als externe initiatieven opgenomen. Deze lijst is niet uitputtend, maar biedt een startpunt voor iedereen die zich verder wil verdiepen in blended onderwijs, binnen de organisatie en/of daarbuiten.
DOCUMENT
MOOC’s (Massive Open Online Courses) zijn een opkomend fenomeen. In deze whitepaper wordt gekeken naar de mogelijkheid voor inpassing van MOOC’s in het huidig onderwijs. Wat zijn de voor- en nadelen van de online cursussen? Welke kansen biedt het?
DOCUMENT
Het keuzediagram (online) leerpraktijken is een instrument dat je kunt inzetten bij het ontwerpen en uitvoeren van (online) activerend onderwijs. Het instrument helpt bij het vinden van antwoorden op vragen zoals: − Welke leeractiviteiten kan ik bij studenten in gang zetten om een bepaald leerdoel te bereiken? − Is er een optimale volgorde van leeractiviteiten? − Hoe zorg ik ervoor dat studenten actief betrokken raken bij hun eigen leerproces?
DOCUMENT
Hoe veilig is het internet voor jongeren? Zijn online pesterijen, seksuele intimidatie en online oplichting eerder uitzondering of regel? Hoe gaan jongeren om met desinformatie en nepnieuws? Kortom, wat speelt er in deze coronatijd nu jongeren nòg meer afhankelijk zijn van internet? Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 423 Amsterdamse scholieren in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
In dit opiniestuk betoogt Jos Fransen dat docenten de mogelijkheden van online onderwijs moeten gebruiken om studenten zelfstandig te laten werken.
DOCUMENT